Op 4 oktober zijn de onderhandelingen gestart voor een nieuwe Cao UMC. FBZ zet onder andere in op een tastbare koopkrachtverbetering voor elke werknemer, concrete afspraken over de invloed van zorgprofessionals en een betere Toelage bij onregelmatige diensten (TOD). De voorstellen van de NFU en de werknemersorganisaties lijken het op het eerste gezicht nog mijlenver uit elkaar te liggen.

De huidige cao loopt eind dit jaar af. Werkgeversorganisatie NFU en de vijf werknemersorganisaties (FBZ, LAD, FNV, CNV en NU’91) zijn daarom het overleg gestart voor een nieuwe cao, dat op 4 oktober door onafhankelijk voorzitter Wim Kooijman werd ingeluid.

Erkenning en waardering

Naast enkele procedurele afspraken hebben de cao-partijen hun voorstellen nader toegelicht. De NFU heeft benadrukt dat met de vorige loonafspraak (eind vorig jaar werd tijdens de looptijd van de huidige cao een loonsverhoging van 10% voor 2023 afgesproken) een hypotheek is genomen op de komende cao en dat er momenteel nauwelijks ruimte is voor materiële verbeteringen.

Met het oog op de hoge werkdruk en de inspanningen die dagelijks van zorgprofessionals worden gevraagd, vindt FBZ het echter belangrijk dat de expertise en inzet van zorgprofessionals worden erkend en gewaardeerd. Daarom zet FBZ in op een reële loonstijging voor alle werknemers, een hogere TOD, een betere vergoeding voor bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten, een herziening van de arbeidsduur van arts-assistenten, een aantrekkelijker generatiebeleid en concrete afspraken die de invloed van zorgprofessionals waarborgen.

De cao-partijen werken nu allereerst aan een matrix en clustering van de diverse voorstellen, waarna de onderhandelingen op 19 oktober worden voortgezet. Dan staan het vitaliteitsbeleid en generatiebeleid op de agenda.