skip to Main Content

Afscheidssymposium Maarten Faas: meer samenhang en meer ‘doen’ 

De zorgkosten en de personeelstekorten lopen op en de werkdruk wordt als steeds knellender ervaren. Maar meer mensen en meer geld naar de zorg is geen oplossing, stelden Erik Dannenberg (Raad voor Volksgezondheid & Samenleving) en Arthur Schellekens (Patiëntenfederatie Nederland) tijdens het minisymposium dat FBZ op 25 november organiseerde ter gelegenheid van het afscheid van voorzitter Maarten Faas. Dannenberg betoogde dat we ‘van indicatie naar relatie’ moeten en Schellekens wil ‘van praat- naar actiestand’. 

Op 1 januari 2026 neemt Faas na acht jaar afscheid als voorzitter van FBZ. Ter gelegenheid van zijn aanstaande vertrek organiseerde FBZ een minisymposium met twee interessante lezingen en een rondetafelgesprek. Dannenberg, die lid is van de RVS en een brede ervaring heeft in (onder meer) de crisisopvang, jeugdgezondheids- en verslavingszorg, overheid en het onderwijs, beet het spits af. Hij begon zijn verhaal met een paar voorbeelden van vooruitgang: zo zijn we in rap tempo overgestapt van kolen naar gas naar elektriciteit. Eenzelfde ontwikkeling deed zich voor in de muziek: van LP naar cassettebandje naar cd-speler naar Spotify. En dat allemaal binnen één mensenleven. “Het mooie van deze ontwikkelingen is dat de vraag altijd hetzelfde bleef: hoe krijg ik mijn huis warm en hoe krijg ik mooie muziek te horen? Het enige wat we hebben veranderd, is de manier waarop we het aanbieden.” 

Geen personeelsprobleem, maar organisatievraagstuk

Hoe anders is het het sociaal domein vergaan: ook daar zijn de behoeften hetzelfde gebleven, maar in plaats van het simpeler, samenhangender of gebruiksvriendelijker te organiseren, zijn er grote stelsels opgezet voor alle onderdelen van het sociaal domein die steeds complexer zijn geworden. “Krijg je iets, dan volgt er een indicatie en beland je in ‘het systeem’, waarbij vooral naar individuele problemen wordt gekeken. Een probleem staat echter nooit op zichzelf. Als een kind zorg nodig heeft en een indicatie krijgt, heeft dat ook gevolgen voor zijn ouders en hun werk- of woonstatus. Daar wordt onvoldoende rekening mee gehouden”, zei Dannenberg.
Volgens hem moeten we daarom van indicatie naar relatie en alles veel meer in samenhang bekijken. Hij denkt dat ook de zorg op die manier veel slimmer kan worden georganiseerd. “We hebben geen personeelsprobleem in de zorg, maar wel een deksels groot organisatievraagstuk.” 

Stoppen met praten

Zijn verhaal sloot mooi aan bij de oproep van Arthur Schellekens, directeur-bestuurder van de Patiëntenfederatie Nederland. Hij merkte op dat er heel vaak voor patiënten wordt gedacht. “Er wordt vaak geroepen dat chronisch zieken zorg dicht bij huis willen. Uit onze peilingen blijkt dat dat iets genuanceerder ligt. Zij zijn wel degelijk bereid om wat verder te reizen voor zorg, mits het maar goed wordt georganiseerd. En precies daar zit de crux.”
Volgens Schellekens is ons zorgstelsel veel te ingewikkeld geworden, waardoor mensen soms door de bomen het bos niet meer zien. Hij ziet op veel terreinen kansen om het anders te doen, bijvoorbeeld door het voorkomen van onnodige zorg en door een betere samenwerking tussen zorgverleners, gefaciliteerd door betere gegevensuitwisseling. “Jaarlijks komen 27.000 mensen in het ziekenhuis terecht door verkeerde medicijnvoorschriften. Dat is te vermijden als gegevens beter worden uitgewisseld en er beter wordt samengewerkt tussen verschillende zorgdomeinen.”
Ook het opschalen van digitale zorg kan Schellekens niet snel genoeg gaan, maar alleen waar passend en mogelijk. Ook benadrukte hij de zorg toegankelijk te houden en de stapeling van zorgkosten te stoppen. “Zorgmijders komen anders in veel duurdere tweedelijnszorg terecht.”
Wat nodig is, is minder dialoog en meer doorzettingsmacht. “We moeten stoppen met praten en gewoon gaan doen”, besloot Schellekens. 

Rondetafelgesprek

Na de lezingen volgde een paneldiscussie onder leiding van Heleen de Boer (beleidsadviseur bij FBZ) met Dannenberg, Schellekens en twee vertegenwoordigers van FBZ-verenigingen: Bianca Rootsaert (directeur NVD) en Gerard van Egmond (voorzitter NVO). Er werd onder meer gesproken over de vraag wie aan zet is om iets te veranderen in de zorg en wat er moet gebeuren om mensen erop voor te bereiden dat niet alle zorg in de toekomst kan worden blijven geleverd. Naar aanleiding van een vraag uit het publiek concludeerden de deelnemers aan het rondetafelgesprek bovendien dat er vooral ook lef nodig is van zorgprofessionals en organisaties om dingen radicaal anders te doen. 

Meer zeggingskracht

Aan het eind van het symposium nam Milena Babović, die Faas per 1 januari 2026 opvolgt, het woord om Faas in het zonnetje te zetten. Een belangrijke mijlpaal tijdens zijn voorzitterschap was de lancering van FBZ Rechtshulp, waar intussen veel FBZ-verenigingen gebruik van maken. Daarnaast benadrukte ze dat FBZ onder Maartens voorzitterschap is uitgegroeid tot een volwassen zorgvakbond. “In 2018 bestond FBZ nog uit 19 beroepsverenigingen en vertegenwoordigden we de werknemersbelangen van 36.000 zorgprofessionals in loondienst. Nu zijn dat 28 verenigingen en zo’n 45.000 zorgprofessionals. Daardoor zijn onze invloed en onze zeggingskracht onmiskenbaar toegenomen.” 

Bescheiden als hij is, gaf Faas aan dat die groei niet aan hem persoonlijk te danken is. “Het komt doordat beroepsverenigingen steeds meer belang hechten aan een goede behartiging van arbeidsvoorwaardelijke belangen en doordat zorgprofessionals ook zelf de toegevoegde waarde zien om zich te verenigen. Ik hoop dat onze groei nog niet ten einde is en dat FBZ een steeds belangrijkere stem krijgt.”

Maarten Faas overhandigde het FBZ-manifest ‘Toekomst van de zorg’, dat FBZ in mei 2025 publiceerde, aan zijn opvolger Milena Babović. Een symbolische overdracht, met als doel de boodschap uit het manifest de komende jaren verder te brengen.

×Close search
Zoeken